De nieuwe regering wil een vaste grens in voeren van 650 uren voor jobstudenten.
Tot voor de coronapandemie kon een student maximaal 475 uren werken als jobstudent. Omwille van de pandemie werd het maximaal aantal uren tijdelijk opgetrokken naar 600 uren. Het tijdelijke van de extra uren zorgde voor onzekerheid bij de studenten. Zo was er eind 2024 nog geen beslissing hoeveel uren de studenten in 2025 zouden mogen werken als jobstudent.
Het nieuwe regeerakkoord van de huidige regering wil komaf maken met deze onzekerheid en een vaste grens invoeren van 650 uren voor jobstudenten. Daarnaast wordt in het akkoord voorgenomen de minimale leeftijdgrens naar 15 jaar te brengen. Tot slot wil men ook de toegestane maximale inkomsten om fiscaal ten laste te blijven van de ouders als jobstudent verhogen.
Een eerste aanpassing werd op 12 maart 2025 goedgekeurd door de Kamercommissie Sociale Zaken. Als student mag je in 2025 tot 650 uren werken als jobstudent.
De aanpassing van de leeftijdsgrens werd tot op heden nog niet besproken. De bestaande regelgeving blijft voorlopig nog van toepassing.
De toegestane maximale inkomsten om fiscaal ten laste te blijven van de ouders als jobstudent bestaat uit 2 delen.
- Er is een fiscale vrijstelling voor studentenarbeid. Een bedrag van 3.310 euro bruto (2025) inkomen als studentenarbeid wordt niet meegeteld bij de inkomsten van de student voor de berekening als persoon ten laste.
- Daarnaast mag een student nog 9.112,50 euro bruto andere inkomsten hebben om ten laste te blijven. Deze inkomsten zijn de som van alle inkomsten die overblijven: bv. inkomsten uit studentenjob boven de 3.310 euro bruto, inkomsten als werkstudent, persoonlijk ontvangen onderhoudsgeld boven de 3.820 euro bruto, …
Je kan dus in 2025 als student een 12.420 euro bruto verdienen en toch ten laste blijven van je ouders, zolang minstens 3.310 euro bruto via studentenarbeid werd verkregen.
Hoe gaat het verder met het wetsvoorstel?
De huidige tekst die in commissie werd goedgekeurd, wordt vervolgens in de plenaire vergadering besproken. Eenmaal daar goedgekeurd wordt hij aan de Koning ter bekrachtiging en afkondiging voorgelegd. Pas dan is het wettelijk in voege.