Bijverdiend als verenigingswerker in 2024? Zo geef je het correct aan in je belastingaangifte
Bijverdiend als verenigingswerker in 2024? Zo geef je het correct aan in je belastingaangifte en waar je moet je op letten.
Heb je in 2024 een extraatje verdiend als verenigingswerker in de sport? Dan moet je die inkomsten vermelden in je belastingaangifte. Lees hier hoe je dat precies aangeeft – en waar je op moet letten.
1. Enkel verenigingswerk
Heb je in 2024 enkel gewerkt als verenigingswerker, naast een reguliere job als werknemer, zelfstandige of ambtenaar en bleef je netjes binnen de wettelijke uurgrenzen en de inkomensgrens? Dan geef je je inkomsten aan in vak 1462/2462 van je aangifte. Dat is alles.
2. Verenigingswerk én vrijwilligerswerk of flexi-job?
Geen zorgen: als je verenigingswerk combineerde met vrijwilligerswerk of een flexi-job, heeft dat geen impact op je belastingaangifte. Je vult je inkomsten uit het verenigingswerk gewoon in zoals hierboven.
3. Verenigingswerk én inkomsten uit de deeleconomie?
In dat geval wordt er gekeken naar het totaalbedrag van beide inkomsten samen. Blijf je onder de grens van 7.460 euro (voor deeleconomie + verenigingswerk)? Dan mag je de inkomsten uit het verenigingswerk nog steeds aangeven in vak 1462/2462.
Welke inkomsten
Heb je vorig jaar gewerkt als verenigingswerker, dan ontving je een fiscale fiche met de betaalde lonen van de sportorganisatie. Heb je die niet ontvangen, kijk dan eens naar de documenten in je fiscaal dossier op myminfin. Vind je de fiscale fiche daar ook niet, dan kan je best navraag doen bij de sportorganisatie waar je werkte als verenigingswerker.
Belastingtarief
De inkomsten uit verenigingswerk worden belast aan een gunstig tarief van 10%, zolang je binnen de wettelijke grenzen blijft. Deze verrekening gebeurt niet met voorafgaande bedrijfsvoorheffing maar pas bij de definitieve aanslag.
Wat als je een grens hebt overschreden?
Uurgrens overschreden?
Oei, niet goed! Als je in 2024 de uurgrens hebt overschreden dan beschouwt de belastingadministratie alle inkomsten uit het verenigingswerk als beroepsinkomsten. Dit is onweerlegbaar.
Dat betekent:
- De inkomsten worden bij je gewone loon opgeteld en belast aan het gewone, hogere, belastingtarief.
- Ook de RSZ (Rijksdienst voor Sociale Zekerheid) beschouwt je tewerkstelling dan als een reguliere job. Zowel jij als de organisatie waarvoor je werkte, moeten dan sociale bijdragen betalen.
Inkomensgrens van 7.460 euro overschreden?
Overschrijdt het totale inkomen uit je verenigingswerk – al dan niet samen met inkomsten uit de deeleconomie – de grens van 7.460 euro, dan worden de inkomsten beschouwd als beroepsinkomen en dus volledig belast.
Dit geldt dan voor alle inkomsten uit verenigingswerk, ook degene onder 7.460 euro.
Je kan in dit geval wel proberen aan te tonen dat het om een niet-professionele activiteit ging. Dat tegenbewijs kan je leveren door bijvoorbeeld:
- De aard van de activiteit te omschrijven.
- Te bewijzen dat je dit niet structureel of op regelmatige basis deed.
- Aan te tonen dat er geen sprake is van economische afhankelijkheid.
Let op: de belastingadministratie beslist per individueel geval of dit tegenbewijs aanvaard wordt. Een gewaarschuwd verenigingswerker is er twee waard.
Ben je op zoek naar meer informatie over verenigingswerk? Wat zijn de uurgrenzen? Lees dan zeker ons artikel over verenigingswerk in de sportsector.
Grijp je kans! Ontdek de subsidieoproep 2025 van het SFSCW.
Het Sociaal Fonds Socio-cultureel Werk lanceert een subsidieoproep voor 2025 met een budget van 1 miljoen euro om het welzijn en de werking in de sector te verbeteren. Organisaties kunnen hun aanvragen indienen via het SFSCW Extranet.