Een trainer drijft op passie. Voor zijn sport. Voor zijn team. Voor het begeleiden van mensen en het beter maken van anderen. Van de jonge vrijwilliger in de turnclub tot de coach van een eerste klasseploeg: allemaal zetten ze zich met hart en ziel in. Maar passie alleen volstaat niet meer.

Voor wat, hoort wat
De verwachtingen stijgen. Ook bij de recreatieve sporter. Kwalitatieve trainingen zijn niet langer een luxe, maar een standaard. En dus stijgt ook de druk op de trainer. Terecht komt dan de vraag: wat is de return? Want kwaliteit vraagt voorbereiding, opleiding én inzet en daar hoort een correcte vergoeding bij.
Eén functie, negen statuten (en tellen maar)
Door de jaren heen is een kluwen van regelingen ontstaan die trainers moeten vergoeden. Van vrijwilligersvergoeding tot verenigingswerk, van winstpremies tot zelfstandige in bijberoep. Sommige zijn voordelig voor sportclubs, andere geven trainers een fiscaal voordeel. Maar het bos is zo dicht geworden dat niemand nog de bomen ziet.
Een overzicht:
1. De trainer-vrijwilliger
De trainer-vrijwilliger doet dit louter uit engagement. Naast eer en glorie kan de trainer een terugbetaling van de onkosten ontvangen. Geen loon. Dit kan een terugbetaling zijn van de reële kosten of een forfaitaire vergoeding tot maximaal 42,31 € per dag.
2. De fiscale regeling voor sportbeoefenaars
De inkomsten van trainers voor hun trainersactiviteit die als nevenactiviteit uitgeoefend worden kunnen voor een maximum van 24.710 euro bruto afzonderlijk worden belast tegen het tarief van 33 %. Deze regeling is louter fiscaal en doet geen uitspraken of er al dan niet sprake is van een arbeidsrelatie.
3. De trainer als professioneel sportbeoefenaar
Trainers in voetbal, basketbal, volleybal en wielrennen die de loongrens van 11.040 € bereiken worden ‘onweerlegbaar’ vermoed verbonden te zijn met een arbeidsovereenkomst en de spelregels binnen het paritair comité voor de sport zijn op hun tewerkstelling van toepassing.
4. De gunstige regeling sociale zekerheid voor sportbeoefenaars
Trainers in voetbal, basketbal, volleybal en wielrennen die slechts een beperkte vergoeding ontvangen van maximum 4500 euro per seizoen voor hun onkosten en een bescheiden winstpremie moeten niet bij de RSZ worden aangegeven en worden niet beschouwd als verbonden met een arbeidsovereenkomst.
5. De trainer verenigingswerker
De trainer verenigingswerker kan tewerkgesteld worden voor 450u per jaar. Er is vrijstelling van sociale zekerheidsbijdragen zowel voor de trainer als voor de sportorganisatie. Blijven de inkomsten onder de 7.700 € dan worden deze inkomsten apart belast aan 10% bij de belastingaangifte.
6. De flexi-trainer
Momenteel niet mogelijk voor trainers, maar de huidige regering heeft de intentie de flexi-regeling open te trekken naar alle sectoren. De toekomstige flexi-trainer betaalt geen RSZ-bijdragen en zal worden vrijgesteld van belasting tot 18.000 euro op zijn flexi-inkomsten. De werkgever betaalt wel 28% patronale bijdragen boven het flexi-loon.
7. De trainer-jobstudent
Studenten kunnen naast hun studies een studentenjob uitoefenen, ook als trainer. In 2025 kan dit gedurende 650 uren en tot maximaal 12.420 euro bruto wil men fiscaal ten laste blijven van de ouders en het recht op kindergeld behouden. Er zijn slechts beperkte solidariteitsbijdragen aan de sociale zekerheid verschuldigd, zowel voor de student-trainer als voor de sportorganisatie.
8. De trainer als werknemer
Een reguliere tewerkstelling als bediende kan uiteraard ook, zowel voltijds als deeltijds. Afhankelijk van de organisatievorm (non-profit of profit) en de sector waarbinnen de sportorganisatie ressorteert kunnen de arbeidsvoorwaarden sterk verschillen.
9. De zelfstandige trainer
Zowel zelfstandig trainer in hoofdberoep als bijberoep is mogelijk. Alle vrijheid, maar ook alle plichten.
Tijd voor duidelijkheid
Laat ons eerlijk zijn. Er is geen enkele andere functie met zo veel vergoedingsmogelijkheden als die van trainer. Toch moeten we vaststellen dat op vandaag dit niet resulteert in een solide sportarbeidsmarkt met voldoende trainers.
De huidige regelingen lopen allen kriskras door elkaar met zelfs hier en daar een juridisch vacuüm. Denk hierbij aan de situatie van een basketbaltrainer die net als zijn spelers een 6.000 euro per seizoen aan winstpremies krijgt. Is er al dan niet sprake van een arbeidsrelatie tussen de trainer en de sportorganisatie? Dit is in deze situatie erg onzeker en onduidelijk, maar kan grote gevolgen hebben bij herkwalificatie.
De historische groei aan allerlei regelingen is ten koste gegaan van een duidelijke en heldere lijn waarbij een groei in verantwoordelijkheid en professionalisme als trainer ook weerspiegeld wordt in de verloning en duurzaamheid van de samenwerking tussen trainer en organisatie.
Elke sporter, elke sportorganisatie is zich maar al te goed bewust van de waarde van een trainer. Iedereen heeft er dan ook belang bij dat er een manier wordt gevonden waardoor we voldoende professionele trainers kunnen aantrekken en ze kunnen behouden.
Durven kiezen. Durven snoeien.
Als sector moeten we durven hertekenen. Niet met nog een nieuwe regeling erbovenop. De tiende pleister geneest de wond niet. Wat wel kan werken:
- Verlaag de drempel tot werkgeverschap. Veel clubs worden gerund door vrijwilligers. Hen ondersteunen in hun rol als werkgever, maakt het verschil.
- Schrap, vereenvoudig en optimaliseer. Minder statuten, meer duidelijkheid. Werk met één heldere regeling voor bijverdieners, en één volwaardig statuut voor professionals.
- Maak bestaande vormen gebruiksvriendelijk. Denk aan de verenigingswerker: een mooi systeem, maar nog te complex. Werk aan een heldere regeling zonder het systeem te ondergraven.
Sportwerk helpt je op weg
Bij Sportwerk bouwen we mee aan de sportarbeidsmarkt van de toekomst. We helpen sportorganisaties en sportprofessionals met duidelijke, duurzame oplossingen voor trainers.
Dus heb je een vraag? Neem contact op met het expertisecentrum.
Samen zorgen we voor meer kwaliteit in de sport. Op én naast het veld.
Samen maken we werk van sport.