
Toen rook nog vanzelfsprekend was
Twintig jaar geleden was het nog heel gewoon: roken op kantoor, in de refter of met de collega’s onderweg in een bedrijfswagen. De wet vroeg toen vooral om… hoffelijkheid. Letterlijk stond er dat werkgevers maatregelen moesten nemen zodat rokers en niet-rokers hun rookgedrag “afstemmen op elkaars verwachtingen.” Wederzijds respect, verdraagzaamheid, en een flinke dosis vrijheid.
Mooi op papier, maar in de praktijk betekende het vaak: Mistige werkruimtes, stinkende kleren, en collega’s die tussen twee taken door snel een sigaret opstaken. Het hoorde er gewoon bij.
2005: rookvrije werkruimte
Gelukkig veranderde dat in 2005. Met een aanpassing van de wet kwam er eindelijk duidelijkheid: Elke werknemer heeft recht op een rookvrije werkplek.
Sindsdien is roken verboden:
- in werkruimtes en kantoren,
- in sociale voorzieningen zoals refters en kleedkamers,
- in vervoermiddelen voor gemeenschappelijk vervoer.
En ja, ook e-sigaretten, vapes en dampers vallen onder dit verbod.
Van kantoor naar het sportveld
Sinds 31 december 2024 geldt een nieuw rookverbod, waarbij ook sportterreinen zijn opgenomen in de rook- en dampvrije zones.
Wat houdt dat in?
- Roken is verboden op en rond sportterreinen, ook als het terrein openlucht is.
- Dit geldt voor elke plek waar gesport of gekeken wordt: van voetbalvelden tot skateparken en atletiekpistes.
- Het verbod is altijd van kracht, ook buiten de openingsuren.
- Naast klassieke sigaretten zijn ook vapes, e-sigaretten en waterpijpen niet langer welkom.
Een rookvrije generatie begint hier
Twintig jaar rookverbod op de werkplek: het is meer dan een mijlpaal — het is een signaal. Waar ooit hoffelijkheid de enige richtlijn was, is nu het recht op een gezonde omgeving verankerd in de wet. En dat recht stopt niet aan de poort van de werkvloer.
Met de uitbreiding naar sportterreinen zetten we opnieuw een stap richting een rookvrije en sportieve generatie. Gezondheid begint bij de omgeving waarin we werken, bewegen en samenkomen.