
Zodra er werknemers zijn moet elke organisatie een eigen interne dienst voor preventie en bescherming op het werk oprichten. Voor een grote organisatie met risicovolle activiteiten, zoals in de chemie, kan je je hier wel wat bij voorstellen, maar hoe werkt dit nu in een sportorganisatie met maar een handvol werknemers?
Hoe werkt dit in kleine sportorganisaties?
Een sportorganisatie met minder dan twintig werknemers moet een interne dienst voor preventie en bescherming op het werk hebben met minimum één preventieadviseur. Deze persoon is in principe een werknemer, maar de functie mag ook door de werkgever zelf vervuld worden.
De sportorganisaties waar de werkgever zelf de rol van preventieadviseur op zich neemt, worden ondergebracht in groep D. Wordt daarentegen een werknemer als preventieadviseur aangesteld dan wordt de sportorganisatie ondergebracht in groep C.
Afhankelijk van de groep waartoe de organisatie behoort is er een verschil in de taken die door de preventieadviseur (intern) worden uitgevoerd of door een externe dienst voor preventie en bescherming op het werk.
Wat zijn de taken van een preventieadviseur?
Voor de organisaties in groep D volstaat het dat de werkgever een basiskennis preventieadviseur heeft. Een opleiding niveau 3 is niet verplicht maar wordt wel aangeraden. Op die manier is de werkgever voldoende op de hoogte over de taken als preventieadviseur. De verplichtingen voor de werkgever-preventieadviseur beperken zich tot het uitwerken van procedures bij een gevaar of rond eerste hulp. Daarnaast dient de werkgever-preventieadviseur samen te werken met de externe preventiedienst, deze te informeren en bij te staan.
Voor de organisaties in Groep C waarbij een werknemer de taak als preventieadviseur op zich neemt zijn er al wat extra verplichtingen. De voornaamste extra taken zijn het bijhouden van alle documenten, verslagen en wijzigingen met betrekking tot veiligheid, gezondheid en welzijn; Het regelmatig onderzoeken van de werkplaats; Ter beschikking staan voor vragen van de werknemer en werkgever rond alle aspecten van veiligheid, gezondheid en welzijn op het werk.
Opleiding: verplicht of aanbevolen?
Verschillende organisaties verstrekken cursussen om de basiskennis over welzijn op het werk te verwerven. Ze zijn vooral voor preventieadviseurs uit groep C bedoeld. Voor alle duidelijkheid, deze cursussen zijn geen verplichtingen, maar kunnen wel nuttig zijn.
de gemeenschappelijke interne dienst
Een nieuwe mogelijkheid voor sportorganisaties bestaat in een gemeenschappelijke interne dienst. Een groep van sportorganisaties kan ervoor kiezen om een gemeenschappelijke dienst voor preventie en bescherming op het werk op te richten. De gemeenschappelijke dienst is dan bevoegd voor alle werknemers van de aangesloten organisaties. Een voorwaarde is wel dat er een band is tussen de verschillende organisaties (bv. geografisch, technisch of economisch).
De oprichting van een gemeenschappelijke interne dienst moet worden gemeld aan de Algemene Directie Humanisering van de Arbeid van de FOD Werkgelegenheid, per mail via hua@werk.belgie.be
Sportwerk helpt je op weg
Zoals je ziet is er heel wat om rekening mee te houden als je inzet op personeel. Weet je hiermee geen raad? Sportwerk helpt je graag op weg.