Ook de ronde onderhevig aan het arbeidsrecht?
Davy Callewaert, algemeen directeur Sportwerk Vlaanderen:
Werken in de sport hoort flexibel te zijn, en dat geldt niet alleen voor onze sportlesgevers, ook (top)sporters kunnen meer pragmatisme in de wetgeving gebruiken. Kijk maar naar wat er gebeurt als je het arbeidsrecht toepast op de Ronde van Vlaanderen.
Ook het wettelijk kader dient wendbaar te zijn om optimale tewerkstelling te garanderen!
een artikel van Joris De Wortelaer en Kristof Salomez – www.bloom-law.be
Het belooft een mooie ronde van Vlaanderen te worden dit jaar. 259,5 km met tal van steile hellingen, waaronder drie keer de Oude Kwaremont en dit jaar opnieuw de Muur. Spektakel verzekerd, maar te snel of te traag rijden kan een renner en diens club zeer zuur opbreken. Zeker in een wielerklassieker, die op Belgische bodem wordt betwist.
Wat is er aan de hand?
Welnu, wielrenners zijn werknemers in loondienst van een wielerclub. Dit betekent dat de wielrenners bij deelname aan een wielerwedstrijd aan het werk zijn onder het gezag van de wielerclub. Zij fietsen niet naar eigen goeddunken maar dienen de instructies van de ploegdirecteur te volgen, die ten aanzien van hen het werkgeversgezag uitoefent.
Zoals iedere werkgever in België heeft de ploegdirecteur niet enkel de lusten maar ook de lasten. Zo zal deze de dwingende sociale wetgeving moeten naleven en heeft hij uitgebreide verantwoordelijkheden ten aanzien van zijn werknemers. Deze regels en verantwoordelijkheden zijn bovendien allesbehalve vrijblijvend. De niet naleving ervan kan belangrijke financiële gevolgen hebben en zelfs tot strafvervolging leiden.
Waar wringt nu het wielerschoentje?
De Belgische arbeidswetgeving bevat weliswaar uitzonderingen ten voordele van sportcompetities, maar deze zijn al bij al beperkt. Ook ten aanzien van wielrenners zal het grootste deel van het arbeidsrecht moeten toegepast worden. Dit leidt tot een aantal, minstens vanuit sportief oogpunt bekeken, vreemde vaststellingen.
Bij wijze van voorbeeld wijzen wij op de volgens rechtsregels:
– het verplicht inlassen van pauzes tijdens de koers;
– de opbouw van een overloon wanneer op dag van de koers of in de week van de koers meer dan 9u/dag of 38u/week wordt gewerkt ;
– de naleving van de welzijnswetgeving tijdens en naar aanleiding van de koers.
Een pauze tijdens de wedstrijd?
Hoe absurd het ook klinkt, een correcte toepassing van het arbeidsrecht kan ertoe leiden dat de renner een pauze moet nemen tijdens de wedstrijd zelf.
Hoe zit de vork aan de steel?
Wel, volgens de Arbeidswet mogen werknemers niet ononderbroken gedurende meer dan 6 uren werken. Wanneer de arbeidsdag meer dan zes uur duurt dan moet een pauze worden opgelegd. Deze pauze moet minstens een kwartier bedragen, waardoor de arbeidsdag in delen wordt verdeeld die elk niet langer zijn dan zes uren. Om te vermijden dat de renner een pauze zou moeten nemen tijdens de wedstrijd zelf zal deze dus de Ronde binnen de 6 uren moeten afwerken. Dit is allesbehalve een evidentie. Je moet hiervoor immers de Ronde aan een gemiddelde snelheid van 43km/u afwerken. Een sterke god, want als hij zichzelf slecht inschat dan kan het zijn dat deze renner in volle finale zijn pauze van minstens 15 minuten moet nemen. Desnoods na de rode driehoek van de laatste kilometer.
Wanneer best starten en hoe snel rijden in de Ronde?
De wielerploeg die haar renners ‘s morgens te vroeg met hun voorbereiding doet beginnen, moet voorzichtig zijn. De arbeidstijd is lopende, en dit kan betekenen dat daardoor de wielrenner-werknemer zijn werkrooster of de maximale dagelijkse of wekelijkse arbeidsduur overschrijdt en dus prompt dient te stoppen met rijden. De koers is dan over.
Dus goed rekenen is de boodschap. De club en de renners moeten immers nagaan, hoeveel er wordt gewerkt tijdens de week voorafgaand aan de wedstrijd en wanneer precies wordt gestart met werken de dag van de wedstrijd zelf. Begin alvast al maar te tellen: Milaan- San Remo, E3 Prijs Harelbeke, Gent-Wevelgem, Dwars door Vlaanderen, en wellicht de Driedaagse van De Panne. Vandaar dat Tom, Greg en Peter de Driedaagse laten liggen. Zij kennen de Arbeidswet (sic). Pech dus voor Alexander Kristoff. Deze zal na De Panne snel aan zijn limiet zitten, en mag zondag misschien zelfs niet starten.
Overuren presteren mag, maar slechts wanneer hiervoor een wettelijke basis is en op voorwaarde dat een aantal absolute grenzen worden gerespecteerd en behoudens uitzondering overurentoeslagen worden betaald. En laat nu net de uitzonderingen, die het presteren van overuren toelaten, niet bruikbaar zijn voor dit soort sportmanifestaties.
Stel dat een renner vanaf 7.30 uren ’s morgens ter beschikking is van de werkgever, en om 10u30 in Antwerpen start, dan gaat er een probleem ontstaan. De verwachte aankomsttijd in Oudenaarde is tussen 16u30 en 17u30 naargelang de renners gemiddeld 39km/u dan wel 45km/u rijden. Er rekening mee houdend dat zij enige tijd voor de start aanwezig moeten zijn, zal de arbeidsdag van de renners hoe dan ook meer dan 8 uren bedragen en er dus overuren gepresteerd dienen te worden. Wil men de meet halen. Het probleem is dat de wetgeving op dit vlak geen uitzondering voorziet. Met andere woorden zal de werkgever de strafrechtelijk gesanctioneerde arbeidswetgeving overtreden wanneer hij zijn renners tot aan de aankomst doet rijden en zullen deze wellicht recht hebben op overurentoeslag. De renners kunnen de omvang van de overuren en de toeslag overigens zelf beïnvloeden, door bijvoorbeeld aan een wat rustiger tempo te rijden.
Time is money. Traag rijden is de boodschap.
Hoe trager een renner rijdt, hoe langer zijn werkdag duurt en hoe meer inkomsten. Voor wie niet wint natuurlijk.
Wie overuren presteert, op voorwaarde dat ze natuurlijk toegelaten zijn, ziet goud blinken. Overuren op zondag worden immers aan 200% vergoed. Los van de details, komt dit erop neer dat de renner voor diens prestaties op zondag dubbel betaald dient te worden. En dit niet alleen op basis van de vaste bezoldiging, maar ook aan de hand van het gemiddelde van de variabele bezoldiging. Wie in het recente verleden veel premies won, passeert dus 2x langs de kassa. Want de Ronde wordt nu eenmaal op een zondag gereden. Dus hoe trager iemand rijdt, hoe meer overuren, en hoe hoger het loon. Toch wel absurd.
Ook voor het verleden?
Ja, wie in het verleden als renner aan de Ronde van Vlaanderen of andere competities deelnam, kan een regularisatie claimen. Dit tot 5 jaar nadat de arbeidsovereenkomst werd verbroken en mits een beetje juridische spitstechnologie zelfs langer. Voor Merckx, Van Impe en Maertens zal het wellicht te laat zijn, maar dat geldt niet voor de renners in het actuele peloton.
Benieuwd of de ploegbudgetten met dit scenario hebben rekening gehouden. Begin alvast maar te rekenen. Zeker voor enkele wielergoden.
De Welzijnswet als genadeslag
De toepassing van de Welzijnswet op “de koers” is dramatisch. Samengevat beoogt de Welzijnswet onder meer de bescherming van de gezondheid en veiligheid van de werknemers. Ook hier stellen we vast dat de betrokken wielrenners onder het toepassingsgebied van deze regelgeving ressorteren. En de gevolgen op het wedstrijdverloop zijn bikkelhard.
Van nature uit worden sporters tijdens een competitie tot het uiterste gedreven. Dit betekent dat gezondheidslimieten doelbewust onder impuls van de werkgever worden overschreden. Ook worden renners aangespoord om fietstechnische risico’s te nemen (vb tijdens een afdaling, tijdens de sprint, …). In de grond zijn deze aansporingen manifest onverenigbaar met de essentie van de Welzijnswet. Als het fout loopt, en er gezondheidsschade ontstaat, dan mag de ploegleider wel even slikken. De zwaarste sociaalrechtelijke sancties hangen hem boven het hoofd. Zeker in een milieu dat in het verleden door dodelijke arbeidsongevallen werd geteisterd.
De vraag rijst bovendien of de UCI of KBWB wedstrijden mag organiseren waarvan de essentie een schending van een strafrechtelijke regelgeving impliceert. Hun reglementen voorzien begrijpelijk dat renners voor een gesloten overweg moeten stoppen. Terecht natuurlijk. De vraag luidt of het arbeidsrecht in België geen definitieve slagboom vormt, die men in de actuele stand van zaken niet mag overschrijden? De schending van deze strafrechtelijke spelregels is immers onontbeerlijk.
Onverwachte winnaar?
En last but not least, zou een minder getrainde renner die een pauze neemt na 6 uren, de winst op de Ronde niet kunnen claimen? Dit wanneer hij kan aantonen dat hij de regelgeving wel respecteerde, terwijl de andere renners lustig verder koersten? Men kan moeilijk een overwinnaar uitroepen, wanneer men manifest weet dat hij hiervoor doelbewust op instructie van de werkgever een strafrechtelijke regelgeving schond. Op dit vlak zijn de wedstrijdreglementen ondergeschikt aan een regelgeving behorende tot de openbare orde.
Tja, “den bond” kan beginnen nadenken.
Onze Visie
Wij zijn koersliefhebbers, maar wij worden in onze dagelijkse beroepsuitoefening meer en meer geconfronteerd met een absurde wetgeving, waarvan iedereen weet dat de naleving zelfs niet nagestreefd dient te worden. Niemand wenst dit, maar ze is er.
Veel van dergelijke spelregels zijn complex en overbodig, maar niettemin vormen zij een nefaste hindernis om bepaalde beroepsactiviteiten te laten doorgaan. Dit treft zowel werknemers, als werknemers. Deze column spreekt op dit vlak boekdelen. We mochten hem niet verbergen. Wat als een aprilgrap klinkt, is bittere ernst. Wat we zeggen is waar. Hoe contraproductief ook.
En verder?
De Ronde moet blijven. De andere koersen en rondes ook. Laat de beste winnen, maar dwing het peloton niet in de absurditeit van een niet in acht te nemen regelgeving.
En ondertussen kunnen we de ploegleiding alleen maar aansporen om deze risico’s in kaart te brengen en de nodige juridische maatregelen te treffen.
Vive le vélo!
Joris De Wortelaer en Kristof Salomez – Advocaten-vennoten